Kazarian, Anna-Maja |
Rating: 2254 |
16 jaar |
Den Haag |
2 NK's |
Hoogste positie: 4 |
Na afloop vond Kazarian haar NK zeker geslaagd. Ze is pas 16, heeft weer veel ervaring opgedaan en gaat met goede zin naar de Olympiade. Vandaag speelde ze weer naar behoren; over de partij die ze in ronde 6 van Paulet verloor, is ze minder tevreden.
Krabbe las uit eigen werk drie humoristische schaakverhalen. Het ging over Nigerian internet schaakscams, die ook blijken te bestaan: 'schaakcoach gezocht'. Krabbe is maar eens op zo'n fout spammailtje ingegaan waarin om een trainer voor het Nigeriaanse nationale team gevraagd wordt. Hij vulde alles fictief in en kreeg prompt antwoord: 'je kunt een oplichter niet oplichten! checkmate!!'. Ook over een pseudo-geniale schaakprobleemoplosser uit Stralsund ging het en over het hilarische 'simplified Stanley random chess'. Daarna nog een mooi langer verhaal over een wandeling en hotelbezoek met Kasparov, tijdens het VSB toernooi, Amsterdam 1994. Dat was toen Jeroen Piket zijn beroemde partij van Kasparov won. (Piket werd wel laatste, maar wat maakt dat uit als je van Kasparov wint...). De ongenaakbare en onbereikbare Kasparov kende Krabbe natuurlijk stiekem wel; Krabbe kwam vele jaren eerder eens in een simultaan tegenover hem te zitten en Gary schudt hem de hand met: 'I know who you are!´.
Krabbe eindigde zijn geestige presentatie met twee fraaie stellingen op de demonstratieborden te laten zien. Een kwam uit zijn middelbare school-schaaktijd: een mooi verhaal over hoe hij, na winst te hebben moeten forceren, in het eindspel verloren was komen te staan en toen uit clementie van zijn tegenstander remise kreeg. "Helemaal fout: schakers moeten natuurlijk altijd willen winnen". Toen hij die partij vele, vele jaren later op zijn computer invoerde, en die per ongeluk een nachtje aan liet staan, bracht de machine de volgende ochtend in de eindstelling een verrassing: Krabbe had in feite gewonnen gestaan.
Op de persoonlijke website van Krabbe zijn veel verhalen terug te vinden.
In de partij tegen Anna Maja Kazarian was de zestiende zet een belangrijk moment. Paulets Dg5 was sterk (waar 16.De3 een pion verliest na Pxe5). Kazarian besloot tot een moedig stukoffer 21...Pxe5, wellicht ook om haar laatste kansen op een goede toernooiuitslag te behouden. Paulet had alles zien aankomen. Zoals de trotse winnares na afloop zei, als de tactische trucjes niet werken is het gewoon verloren voor zwart met zo weinig stukken bij de aanval.
Peter de Wit heeft in Sigmund maar drie keer een aflevering aan het schaken gewijd. De meest recente is deze zaterdagochtend in de Volkskrant verschenen (zie hiernaast). NK-deelnemer Dimitri Reinderman kon het bij binnenkomst van het Tropentheater niet nalaten Tex te vragen: is die schaker soms op jou gebaseerd? Nee, nee, Peter de Wit laat zijn familie altijd buiten zijn strips, zo antwoordde hij later op een vraag uit het publiek. Er gebeurt al genoeg in de wereld om hem heen. Die levert onuitputtelijk onderwerpen aan. Hij is dan ook nooit bang dat hij zonder inspiratie komt te zitten.
Terug naar de presentatie. Drie Sigmunds over schaken en de strip bestaat al sinds 1994. Dat lijkt niet veel. Maar, zei Peter de Wit, dat moet je zo zien: korfbal en hockey komen nul keer voor, dus drie keer valt mee. Hij toonde nog enkele andere cartoons over schaken en weer ander eigen werk. Vanuit het enthousiaste publiek kwamen veel vragen. Men was vooral geïnteresseerd in wat de heren en dames psychologen wel niet van Sigmund vinden. De Wit treedt vaak op congressen van die beroepsgroep op. Er komt dan altijd wel iemand op hem af, vertelde hij, die de obligate vraag stelt: 'bent u zelf soms therapeut, u weet er zoveel van af'? Hij is dan natuurlijk geneigd te antwoorden: 'jullie vak stelt geen *** voor', maar omdat hij ook brood op de plank wil, zegt hij dan maar: 'wat denkt u zelf?'.
Van Multatuli als schaker zijn alleen een paar correspondentiepartijen over. Lodewijk Prins verzamelde die ooit al in een leuk boekje. Ree liet er op het demonstratiebord een van zien: Antonius van der Linde - Eduard Douwes Dekker, gespeeld circa 1875. Tegenstander Antonius van der Linde is zelf trouwens ook een boeiende figuur: auteur van belangrijke boeken over de schaakgeschiedenis, wiens grote verzameling schaakboeken naar de Koninklijke Bibliotheek Den Haag is gegaan, en daar de basis vormt voor de beroemde schaakcollectie. Van der Linde's helemaal zelf-volgeschreven blaadje De Schaakwerld (ja, dit waren de dagen van 'vrije' spellingsvernieuwing) doet qua megalomanie enigszins Multatuliaans aan. Het is gevuld met een soort als partijanalyse vermomde scheldkannonades.
Van der Linde analyseerde ook en bij voorkeur zijn eigen partijen, en zo komt ook zijn correspondentiepartij tegen Multatuli uit 1875 aan de orde, die wij tegenwoordig met een paar muisklikken kunnen terugvinden. Van der Linde publiceert die partij dus in zijn De Schaakwerld, maar met een kleine nuance. De partij loopt maar tot zet 25.Te1 en er wordt a.h.w. gesuggereerd dat Multatuli daarna geen zetten meer stuurde. Zo bleef voor lezers onduidelijk wie gewonnen had. Multatuli's tweede vrouw, Mimi, was zelf schaakster en toen ze na diens dood Multatuli's brieven begon uit te geven vond ze ook de 'vermiste' laatste zetten van de partij terug. Het gaat om 25....Dd3, 26.La6, b5 en Van der Linde moest opgeven.
Bij de dames heeft Hortensius zich nu naast Haast op de eerste plaats genesteld. Maar op slechts een halfje achterstand volgen Kazarian en Padurariu.
Bij de heren trok Jorden van Foreest opnieuw alle aandacht naar zich toe in zijn belangrijke partij tegen Dimitri Reinderman. Zou hij winnen, dan zou hij op een wel heel comfortabele voorsprong in het klassement komen. Op zet 15 pleegde Van Foreest een positioneel kwaliteitsoffer. De meningen in de zaal en bij het commentaar bleven de hele middag verdeeld. Was het nou goed of niet? In eerste instantie overheerste bewondering voor de durf van Jorden. Maar Reinderman verdedigde "uiterst koelbloedig" (Paul van der Sterren in het commentaar) en nam gaandeweg het initiatief over (de zwarte zetten e5 en f4 waren erg goed). Van Foreest deed aan het eind wat mindere zetten en moest zijn eerste nederlaag incasseren (zie de foto van Harry Gielen hierboven: Jorden geeft op). Een dramatische uitslag.
Bij de heren ligt het klassement nu weer helemaal open. Van Foreest staat nog altijd alleen bovenaan, maar Van Wely en Werle zijn hem tot op een half punt genaderd.
Snijders vertelde eerder dat hij zich "kind aan huis" voelt in het Tropenmuseum. Recent was hij nog in het museum voor een boekpresentatie over W. F. Hermans. Snijders is namelijk in zijn jonge jaren (als student Nederlands in Amsterdam) zeer onder de indruk geraakt van de allerlaatste zin van Hermans' debuutroman De Tranen der Acacia's: "Zij wist van weerzien niet wat zij moest doen." Het is een scene in een Brussels bordeel, de hoofdpersoon krijgt een bloedneus, het bloed gutst eruit, de prostituee rent de gang op... "Zij wist van weerzin niet wat zij moest doen." Pas vele jaren later kreeg Snijders een verhelderend inzicht: die hoofdpersoon moet daar net gestorven zijn. Snijders dacht dat hij dat als enige ooit had opgemerkt. Maar nu blijken er onder neerlandici twee scholen van interpretatie te bestaan, de ene meent dat dat inderdaad zo is, de andere niet. Zo wordt men met de jaren wijzer.
Dat bracht Snijders op een verhaal over zijn eerste zkv-boekpublicatie. Hij schreef zijn zkvs al langer en stuurde die altijd rond aan een groep vrienden. Een van hen belde hem op: die vond dat ze moesten worden uitgegeven, en hij wilde zelf ook meteen maar de uitgever ervan worden. Snijders stemde toe. Een dag later belde een professionele uitgeverij met dezelfde vraag. Snijders bleef bij zijn toezegging van een dag eerder. "Nu zijn er in de wereld twee kampen mensen, zei hij, het ene vindt zo'n beslissing onnozel, het andere helemaal niet".
Snijders' zkvs worden (zeer fraai) uitgegeven bij uitgeverij Afdh.