Theater in de speelzaal van het Deloitte NK Schaken!
De uitvoering is zaterdag 1 juli om acht uur. Diezelfde dag zal Vincent van den Berg om 13:30 in het Cultureel Intermezzo vertellen over theater in het algemeen en de Ideën in het bijzonder.
Ideën van Multatuli
‘t Barre land en Maatschappij Discordia pakken de handschoen op ! Vergeet ‘ Max Havelaar ‘. Vergeet ‘ Minnebrieven ‘. Hier komen de ‘Ideën ‘ van Multatuli ! – een zowaar bijna verontachtzaamd, nauwelijks te karakteriseren, maar sprankelend monument van idee en taal. Margijn Bosch, Czeslaw de Wijs, Vincent van den Berg (‘t Barre land) en Jorn Heijdenrijk (Discordia) brengen de eerste bundel ‘Ideën’ van Multatuli op zaterdag 1 juli om acht uur ten tonele in de speelzaal van het Deloitte NK Schaken.
De ‘Ideën’ zijn verschenen in zeven bundels tussen 1862 – 1877 en zijn voor Multatuli een zoektocht naar de waarheid. Zo nodig met opoffering van alles wat hem dierbaar is. Deze gedachte en het losse stramien geven hem de mogelijkheid om er alles in te publiceren wat hij op het hart heeft: aforismen, politieke commentaren, parabelen, opmerkingen, herinneringen, voorspellingen, mededelingen, paradoxen, beschouwingen over godsdienst, de positie van vrouw en arbeider, Indië natuurlijk, literatuur, kunst,wiskunde en opvoedkunde. Verder heeft hij er een roman en een toneelstuk – Woutertje Pieterse en Vorstenschool – in verstopt.
‘ De bedoeling van m’n IDEE is, te verzekeren dat ik schryf naar de indruk van ’t ogenblik, zonder my te bekommeren, noch om verband, noch om homogeniteit, noch om eindelyke konklusie. Vandaar ook dat ik zo dikwyls van onderwerp verander. Er ligt alzo in dit gebrek aan methode, een soort van… methode. En deze is — onder zekere gegevens — de slechtste niet. Wie steeds naar z’n beste weten zegt wat hem voorkomt waar te zyn, kan nooit met zichzelf in tegenspraak komen. De hieruit voortspruitende harmonie tussen gedachten die op onderscheiden tydstippen en in geheel verschillende omstandigheden geuit werden, getuigt misschien voor waarheid, doch ongetwyfeld voor oprechtheid. En juist uit deze overeenstemming ontstaat ten slotte één geheel, dat klemmender betoogt dan verhandelingen waarin een onaangenaam parti-pris al te gemaniëreerd tussen kop en start is gezet. Verlos ons van de … pleittoon, Heer! ’
Multatuli, voetnoot bij idee 34
Overal liggen vragen, suggesties en oproepen verborgen, prikkels voor de toeschouwer om verder te denken en in het beste geval ook iets te doen, maar zelden of nooit een pasklaar antwoord. Multatuli’s gevreesde sarcasme dient hetzelfde doel: ‘Spot met zogenaamd “heilige” zaken,’ schrijft hij in Idee 395, ‘bewyst niets tegen die zaken, maar wekt de tragen op, en geeft den vreesachtigen moed: tot nadenken over de vraag: of die zaken wel heilig zyn.’
Multatuli schrijft in een brief ‘Ik kan met niemand meegaan, men had met my moeten meegaan.’ Haha, met hem meegaan. Maar dat betekent eigenlijk: zélf nadenken, ontdekken, onderzoeken, in vraag stellen en elke uitgestippelde weg al bij voorbaat afwijzen.
Voorgaande zinnen vertolken goed de attitude waarmee ‘t Barre Land en Discordia de ‘ Ideën ’ tegemoet treden: niet met spot, maar onbevreesd! Zowel in het denken als in doen. Er wordt begonnen met de eerste bundel, er wordt begonnen met de eerste voorstelling en deze alinea wordt beëindigd met het eerste idee van de twaalfhondertweeëntachtig (sic!) Ideeën van Multatuli:
Misschien is niets geheel waar, en zelfs dát niet.
Alles wat hem onder ogen kwam, heeft Multatuli in vraag gesteld, gedissecteerd, bekritiseerd. Soms subtiel, soms grof, maar altijd geniaal meeslepend. En op de puinhopen van zijn onbarmhartig sloopwerk moest een nieuwe en betere wereld worden gebouwd. De vraag was alleen: hoe?
Die vraag wordt door door de voorstelling ‘Ideën’ niet beantwoord. Wel wordt de vraag, meer dan honderdvijfig jaar later, opnieuw aan een publiek voorgelegd.
In de ‘Ideën” gebruikte hij daarbij vooral filosofische argumenten verdeeld over de genummerde ideeën. We herkennen bijvoorbeeld in de ‘Ideën’ de genummerde logica uit het werk van Spinoza… en we zetten dat op het toneel af – of combineren dat, zo je wil – tegen het Jan Klaassen-achtige volkse poppenkastspel in de ideeën waar ‘Woutertje Pieterse’ de hoofdrol speelt. (Trouwens: ‘Over de erwtensoep van Tine: ‘Die soep heeft hoofdbrekens gekost. Moet er niet groente in? Moet dat eerst in ‘t water staan? Hoelang kookt zoo iets? En hoe krijg je de schillen er uit, – of moeten die er in blijven? ‘t Is perfect geworden. Ik zal blij wezen als mijn Fancy (tussen schrijven en uitgeven van “Max Havelaar” is Multatuli onder deze naam bezig aan ‘de geschiedenis van Wouter Pieterse’) zoo uitvalt als haar soep.’) Tussen deze twee uitersten speelt de ‘Ideën’ zich af.
De voorstelling ‘Ideën’ is én blijft een onderzoek naar toneelspelen, het wezen van deze tijd én naar (kunstzinnige) overdracht in het algemeen. Maar ook… als erfgenaam van het achttiende-eeuwse verlichtingsdenken wordt de voorstelling ‘Ideën’ het toneel van Multatuli waar anarchie, inventiviteit, levenswijsheid, schaalvergroting, doortastendheid, kunde, humor, dramaturgie en pointe samenkomen.
De voorstelling zal ‘te velde [trekken] tegen al wat op zedelyk, maatschappelyk en staatkundig gebied klein, gemeen, bekrompen of benauwd is.’ (Idee 403). De mens was volgens Multatuli onderdeel van de natuur. Die natuur geeft ons spontane gevoelens en verlangens. Als die spontane verlangens meteen in een onnatuurlijk keurslijf worden gedwongen, groeit alles in ons krom of sterft het zelfs af.
Dat laten we ons niet gebeuren…